Omschrijving

Het digiTAAL werkboek bevat +/- 1200 methodeonafhankelijke oefeningen Duits, gegroepeerd in vier verschillende modules: een module themaoefeningen, een grammaticamodule, een module telefoneren en een module driloefeningen op werkwoorden. De themaoefeningen zijn oefeningen rond 17 lexicale thema’s, waarin veel aandacht is voor de vier communicatieve vaardigheden maar waar ook woordenschat en grammatica ruim aan bod komen. De grammaticamodule is bedoeld om de grammaticale kennis uit te breiden, maar ook hier komen de vier communicatieve vaardigheden geïntegreerd aan bod. De module over telefoneren richt zich vooral op luister- en spreekvaardigheid. De driloefeningen zijn bedoeld om de vervoeging van Duitse werkwoorden intensief in te oefenen. De leerkracht kan uit de oefeningen putten volgens de noden of wensen die zich voordoen: differentiatie, remediëring, huiswerk, inhaalles, vakantietaak, persoonlijk werk van de leerling,…

Doelgroep

De oefeningen uit de Duitse modules van het digiTAAL werkboek passen in de leerplannen van de twee hoogste graden van het secundair onderwijs. De doelgroepen omschrijven we per module in de onderstaande tabel. Let wel: de modules zijn niet enkel geschikt als leerinstrument, maar ook voor het opfrissen en/of verder inoefenen van eerder opgedane kennis.

Module Doelgroep
DE Themen
(A1/A2/B1)

Inventaris

De Duitse themaoefeningen zijn opgevat voor beginners, maar leerlingen die al 30 uur of meer Duits hebben gehad, kunnen deze oefeningen ook nog gebruiken voor het opfrissen en/of verder uitbreiden van hun kennis op het vlak van woordenschat en grammatica, en om de vier vaardigheden verder in te oefenen. De module DE Themen is uiterst geschikt voor leerlingen uit de tweede en derde graad D- en D/A-finaliteit.

De oefeningen komen grotendeels overeen met de niveaus Breakthrough (A1) en Waystage (A2) uit het Common European Framework of Reference, en voor een kleiner deel ook met het niveau Threshold (B1).

DE Grammatik
(A1/A2/B1)

Inventaris

De Duitse grammaticaoefeningen zijn opgevat voor beginners, maar leerlingen die al 30 uur of meer Duits hebben gehad, kunnen de oefeningen ook nog gebruiken voor het opfrissen en/of verder uitbreiden van hun grammaticale kennis. Alle onderwerpen uit de basisgrammatica komen aan bod. De module DE Grammatik (A1/A2/B1) is uiterst geschikt voor leerlingen uit de tweede en derde graad D- en D/A-finaliteit.

De oefeningen komen grotendeels overeen met de niveaus Breakthrough (A1) en Waystage (A2) uit het Common European Framework of Reference, en voor een kleiner deel ook met het niveau Threshold (B1).

DE Telefonieren
(A2/B1)

Inventaris

De oefeningen in DE Telefonieren (A2/B1) zijn in principe geschikt voor iedereen die al een basiskennis van het Duits heeft en die naar behoren wil leren telefoneren in die taal. De oefeningen zijn uitermate geschikt voor leerlingen uit studierichtingen van het secundair onderwijs die focussen op taal, communicatie of economie, en die zich willen bekwamen in zakelijk Duits.

Het niveau van de oefeningen komt overeen met de niveaus Waystage (A2) en Threshold (B1) van het Common European Framework of Reference.

DE Verben

Inventaris

De driloefeningen van DE Verben zijn in de eerste plaats als remediëringsmateriaal bedoeld voor iedereen die Duits leert, zowel leerlingen uit D- als D/A-finaliteit.

Werkwoordsvervoeging in het Duits vormt voor veel leerlingen een moeilijk punt, soms ook voor leerlingen die al een cursus Duits hebben gevolgd. Intensief oefenen op die werkwoorden is dan ook de beste manier om de werkwoordsvervoeging snel en vlot in te oefenen of bij te werken, op alle niveaus.